Opteffen
Op een zwoele zomeravond heerst er een ontspannen sfeer op de Parade in Amsterdam. Bezoekers trekken van de ene naar de andere korte voorstelling en krijgen zo een breed overzicht van wat er cultureel speelt.
Tekst: Dorine van der Wind / Foto: Casper Koster
Tussen de voorstellingen door is er tijd voor een drankje op een van de vele terrasjes, of voor een rit in de zweefmolen met het motto ‘Zweven doet leven’. Zin in een feestje? De Silent Disco staat klaar voor wie mee wil zingen en dansen op hits van toen en nu.
De Parade is sinds 1990 uitgegroeid tot een rondreizend theaterfestival dat neerstrijkt in steden als Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Amsterdam, brengt zo’n 80 voorstellingen op het gebied van theater, dans, mime en muziek. Het programma is veelzijdig, met gevestigde namen, zoals Ellen ten Damme, en minder bekende artiesten. Zoals het muzikale duo Frino, dat we vanavond bezoeken.
Het duo Frino bestaat uit de Brabanders Koen Frijns en Ruben de Brok. Bij hun voorstelling ‘Opteffen’, begeleid door co-producent De Wintertuin, zit de stemming er meteen goed in. De frituur staat aan, de peperkoek gaat erin voor een typische Brabantse snack. In rood, glimmend trainingspak vertelt het duo een hilarisch verhaal over de zwangere 'Melis' uit Amsterdam Zuid, die op de vlucht voor haar criminele man Ricardo belandt in het fictieve Brabantse dorp Zunderakker. In onvervalst Brabants dialect – mét ondertiteling – vertellen de mannen hun verhaal, compleet met Brabantse hiphopmuziek en een flinke dosis humor. Het publiek doet volop mee.
Toch zit er ook een serieuze ondertoon in de show. Zunderakker lijkt een dorp van saamhorigheid, maar eigenlijk is iedereen welkom zolang je maar op hen lijkt. Elk personage worstelt op zijn eigen manier met de beperkingen van de gemeenschap. Het geeft een heel ander beeld van de eerdere saamhorigheid in Zunderakker. Ze delen in het voorbijgaan ook nog even een fijne plaagstoot uit aan de kak uit Amsterdam-Zuid. Frino is artistiek sterk, origineel en ontzettend grappig. Zeker als de snacks net iets te lang in de frituurpan hebben gezeten.
Twee weken later kijkt Koen Frijns met een goed gevoel terug op de Parade. Ze speelden in Eindhoven en in Amsterdam, de lach valt anders per stad. Sommige dingen zijn voor Brabanders gesneden koek en vinden Amsterdammers hilarisch en vice versa. Hij vertelt dat ze het liefst op festivals spelen. Een voorstelling tussen de 30 en 45 minuten werkt daar goed en het publiek spreekt ze aan. ‘Er komen jongere mensen op af dan in het theater. In zo’n tent is het wat minder netjes, je hoort het hout kraken, de regen soms vallen. En het publiek doet actief mee.’ Het is hun derde keer op de Parade. ‘Hier krijgen we volledig de artistieke vrijheid om er iets van te maken. Dat is waanzinnig leuk. Je runt je eigen winkeltje in de tent.’
Koen en Ruben kennen elkaar al sinds hun dertiende, toen ze samen op de skatebaan in Geldrop te vinden waren. ‘Die heette ‘De Blauwe Plek’, door het blauwe asfalt én de blauwe plekken die we opliepen omdat er grind naast het asfalt lag,’ vertelt Koen lachend. De jongens bleken beide muzikaal, Ruben speelde piano en is klassiek geschoold. Koen speelt basgitaar, jarenlang vormden ze samen bandjes. Wat begon als een muzikale samenwerking, die groeide uit tot een succesvol theaterduo.
De verhuizing van Koen naar Amsterdam gaf hem de afstand om ook kritisch naar Brabant te kijken. ‘Deze voorstelling laat zien dat er ook een keerzijde is aan de Brabantse gemoedelijkheid en gemeenschapszin in een dorp. Mijn inspiratie komt onder andere van de serie Hulk en de film Dogville van Lars von Trier, waarin outsiders de prijs betalen voor hun anders zijn. In ons verhaal wordt Melissa weggestuurd. Mijn kritiek is niet zozeer op Brabant, als wel op een afgesloten gemeenschap waarin het collectief zich tegen het individu keert. Dat fenomeen overstijgt Brabant.’